Beestenboel

Na veertien dagen is het toch de hoogste tijd om afscheid te nemen. De vliegtuigstoelen in rij 21 zijn al gereserveerd dus we moeten wel.
Veel van onze vakantievrienden zullen we weer moeten missen. Het was een heuse beestenboel hier. Wat te denken van onze schuchtere beheerder, die maar zelden poolshoogte kwam nemen en het liefst ongezien. Zodra de camera in het zicht verscheen, was hij direct uit het zicht. Maar let je even niet op, dan hupst hij vrolijk over de zwembad rand, leest stiekem een stukje mee in een spannend Nederlands boek en voordat je beseft dat hij er was, is hij weer foetsie, die eekhoorn.
Zijn kleine hulpje die wij tegen kwamen toen wij op het punt stonden naar de markt te gaan was veel nieuwsgieriger. Van een afstandje van een metertje of anderhalf hebben wij elkaar een poosje staan bestuderen.
De vrienden die gedurende de hele dag het zwembad schoonhouden van verzopen vliegend materieel als wespen en vliegen zijn ware acrobaten. Ze scheren door de lucht, maken wendingen waar een vlieger jaloers op zou zijn. Ze vastleggen op een foto van nabij valt absoluut niet mee. Mijn respect voor vogelaars is gestegen tijdens deze vakantie.
Zo brutaal als de patat etende exemplaren zijn bij het eettentje met de heerlijke geroosterde kippen en de nog brutalere rakkers bij het Chinese restaurant in het niet overdekte gedeelte, waar ze zich te goed doen aan kroepoek op de grond en op de tafel, zo voorzichtig zijn de mussen die bij ons vakantieverblijf dienst doen als broodophaaldienst. Nu sluipt buurpoes Karel hier nog wel eens rond, mogelijk heeft dat een afschrikwekkende werking.
Een camera opgesteld met een doek er overheen en op afstand bedient met de telefoon leek blijkbaar zoveel op E.T. dat het uren wachten niet werd beloond. Nou ja op een paar onscherpe foto's na dan.
Het echtpaar tortelduif was ingehuurd als badmeester. Al voor zonsopgang zat een van de twee al op het puntje van het dak van de beneden buren, zodat er goed zicht was op onze waterpoel. Regelmatig werd er afgelost, van een siesta was geen sprake en zich daarna zelf in het water verpozen was er niet bij.
De familie houtduif, een gezin van drie, was een stuk brutaler. Zo tegen de avond waren de pootjes dermate warm dat ze even verkoeling zochten door op het bovenste zwembadtreetje te gaan staan, waar een laagje water van circa twee centimeter staat. Soms werd er ook gebadderd, als dank lieten ze dan wat grijze veertjes in het water achter.
Dan zijn er nog de makkers van het omgekeerde alarm. De hele dag gaat het alarm af, tot je in de buurt komt van de cicaden, dan wordt het opeens muisstil.
Wanneer het gros van de vliegende brigade uit beeld is verdwenen komen de anti-mug hulptroepen van de afdeling vleermuis. We helpen ze een handje de elledelingen te laten opstijgen door ons rijkelijk met anti-muggenspul te besprenkelen. We stinken een uur in de wind en dan nog lopen we gedurende de dag diverse beten op, we werden er niet fraaier op, om nog maar te zwijgen welke indruk wij achterlaten als wij al krabbend ons over straat bewegen.
Aan het einde van de dag en terwijl wij slapen waken tot slot nog de grote beer en de zwaan, sommige zien in de laatste het kruis van Jezus, dat heeft vast iets met de opvoeding van weleer van doen, maar het blijft een geruststellende gedachte. Tot slot is er aan de noordelijke hemel nog een opvallende verzameling van vier sterren. Ik zie er niets bijzonders in, ondanks dat ik via cijfers lijnen trek tekeningen best wel leuk vond vroeger. Dit is de laatste uit onze reeks van bijzondere dierenvrienden hier en wordt liefkozend door mijn reisgenote betiteld als muizensnuitje.