Oranje

Een nieuwsflits op de telefoon laat weten dat er vanwege het warme, ja zelfs hete weer in het vaderland een code oranje is afgegeven door het KNMI. De temperaturen zijn vergelijkbaar met die van hier in het Spaanse land.
Vanochtend valt het nog mee. De auto krijgt een parkeerplek langs de kustweg ter hoogte van het strandje L'Olla. Bij de tabakszaak hangt aan het molentje met door de zon gebleekte ansichtkaarten een bos sleutels.
Een smal straatje zorgt voor de verbinding met het kiezelstrand. De eigenaren van de voor een dag te huren strandstoelen zetten deze weer netjes op een rij. Bij de enkele eethuisjes worden de luiken geopend. Langs de waterkant oefenen een paar mensen met een kajak en een klein blond kind jammert in haar blote kontje om haar moeder.
Verderop staan enkele bankjes. Ze lijken op het model dat je ook in Nederland ziet. Nu wonen wij in een groot deltagebied en is de grond met een schep te verplaatsen. Hier niet. Hier staan kerels met bovenarmen zo dik als boomstammen met een enorme pneumatische hamer de stenen kapot te hakken om een gaatje in de massieve grond te krijgen.
De gemeenteambtenaar die vol enthousiasme de bankjes had besteld had zich niet gerealiseerd dat zijn aankoop in Nederland enkele centimeters diep wordt ingegraven. Hier niet. Ze staan tussen de kiezels op de rotsachtige grond. Het is voor de Spanjaarden met een gemiddelde lengte die kleiner is dan de onze een hele toer om er op te klauteren. De voetjes bungelen vrijelijk in de lucht. Als een kabouter op een veel te grote paddenstoel.
Een bordje wijst naar de, via trappen te bereiken, Villa Gadea. Ik herken dit gebouw als een politiepost of een onderkomen van de Guardia Civil. Waar zij hun intrek hebben genomen weet ik niet. Nu doet het dienst als aula van de universiteit. Het ziet er vrij verlaten uit.
Als s avonds de zon ondergaat zijn als bij toverslag ineens al vogeltjes verdwenen. Nog een verdwaalde zwaluw hoogstens die nog even een laatste rondje zwiert in de warme lucht en een duif die nog snel over een paar boomtoppen scheert, maar verder is het in afwachting van de komst van de vleermuizen stil. Waar slapen die beestjes eigenlijk vraag ik mij dan wel eens af.
Villa Gadea heeft behalve een flinke hoge voordeur bestaande uit twee delen ook hoge ramen. De meeste er van zijn aan het oog onttrokken door eveneens hoge, houten luiken.
Een luik zijn ze vergeten dicht te doen. Achter het luik is een marmeren vensterbank van ongeveer 25 centimeter diep. Vogelpoepjes zorgen voor enige versiering van het witgrijze tableau. In de andere hoek, achter het dichte luik. Ligt een duifje. Hij of zij kijkt mij met een kraaloogje aan. Nu weet ik dus waar deze vogel de nacht doorbrengt.
Goed bedoeld maar toch wat ondoordacht is de wand bij een tennisbaan. De ontwerper had bedacht dat het fraai zou zijn om aan de zeezijde een glazen wand te plaatsen. De tennisballen konden hier vrijelijk tegen stuiteren. Tevens kan het dienst doen voor een geimproviseerd potje squash.
Met het felle zonlicht erachter viel de ruit nauwelijks op en dus werden er stickers met vogel silhouetten opgeplakt, de oplossing voor gestoten neuzen. De vogels snappen er echter geen snars van en vliegen hier zich dus te barsten. Buiten de lijnen ligt een dooie duif, die is uit.
Van de schrik bekomen slenter ik verder door een nagenoeg verlaten aangeharkt parkje. Achterin is een grootmoeder druk doende haar kleinzoon te amuseren. De oppas oma heeft ook nog iets educatiefs in petto want op een laag bankje heeft ze het volledige alfabet en cijfers uitgestald.
De centimeter dikke gekleurde plastic karakters kunnen de kleine man niet bekoren, die speelt liever met een bal.
Ik steek na een tijdje de kustweg weer over en probeer daar te ontdekken wat er in een ander smal straatje gebeurd. Niet veel. Kleine hondjes keffen, zo hard zelfs dat eentje er bijna in blijft. Het hummeltje van de buurman aldaar maakt herrie voor tien. De grootte van het beestje is maximaal, pakweg twintig centimeter lang, maar hij heeft een hondenhok waar met gemak een Duitse herder in past.
Een volkstuintje met wat tomaten struiken volgt. Een meter of tien verderop realiseer ik mij dat het beschrijven van een zeer vies kledingstuk dat rechtop blijft staan helemaal geen fantasie is. In het midden van het stoffige pad staat een spijkerbroek rechtop. Ik vermoed dat hij het zicht onttrekt van een roestig paaltje waar menigeen zich al aan heeft bezeerd. Even verderop houdt het pad op. Het eindigt bij een boom die flink zoemt. Honing is op zijn tijd best lekker, maar het productieproces hoef ik niet van zeer nabij te zien. Snel rechtsomkeert, gelukkig valt dat paaltje op, anders was ik er zeker tegenaan gebotst.
Het wordt tijd om de auto weer op te zoeken. In de verte komt een man aangelopen. Mijn tasje moet nog gevuld worden met boodschappen, zijn tas zit al vol. Het bekende mierenpatroon. Hij zeult ook nog een vijf liter fles water met zich mee.
Vlak voor wij elkaar passeren, klinkt het uit de mond van deze mij onbekende man: he, hallo! Blijkbaar doet hij hetzelfde als ik, inschatten uit welk vaderland de passanten vandaan komen. Nou deze geef ik code oranje.